Verlichting 0000.0011

 

Literatuur

 

- Lintsen, H.W. (hoofdred), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800 - 1890. Deel III: Textiel, Gas, licht en elektriciteit, Bouw. Zutphen (Stichting Historie der Techniek; Walburg Pers), 1993 [359 blz. ISBN 906011.845.6]. Hierin: blz. 91-106 (E. Berkers: Hoofdstuk 6: "Een nieuw licht"), 107-134 (G. Dil, E. Homburg: Hoofdstuk 7: "Gas"), 135-162 (A.N. Hesselmans: Hoofdstuk 8: "Elektriciteit"), 163-172 (H. van Bruggen: Hoofdstuk 9: "Gloeilamp"), 173-190 (E. Berkers: Hoofdstuk 10: "De negentiende eeuw verlicht")

- Stokroos, Meindert, Verwarmen en verlichten in de negentiende eeuw. Zutphen (Walburg), 2001cop. [144 blz. ISBN 90.5730.147.4]

- Franssen, Dick, "Met het daglicht kan meer worden gedaan", in de rubriek 'De stad is van ons'. In: Utrechts Nieuwsblad, 09-11-1981, blz. 3 (Franssen is net verhuisd naar Achter Sint Pieter 10 (oud adres) en filosofeert over aspecten van het wonen. Daglicht is het echte licht. Pas als dat niet meer toereikend is, zou je pas je kunstlicht moeten gebruiken. Lampen moeten daar gehangen worden, waar het licht nodig is, dus niet als honderden spots hoog in het plafond van een winkel weggewerkt. De mens moet zelf kunnen beslissen over aan- en uitdoen van verlichting en verwarming. Huizen moeten ontworpen worden op het efficiënt gebruiken van zoveel mogelijk daglicht en warmte van buiten. Architecten en verlichtingsdeskundigen denken nog niet op deze manier. Er kan 90% op energie bespaard worden, wanneer bewuster verlicht en verwarmd wordt. In de Kargadoor loopt een actie van het Utrechtse Woonlastencomité, waarbij deze manier van denken betrokken kan worden.)